1Intussen waren de Filistijnen de strijd tegen Israël begonnen. De Israëlieten sloegen voor de Filistijnen op de vlucht en vielen dodelijk getroffen op het gebergte van Gilbóa.stylus1 Kronieken 10:1, 1 Kronieken 10:12, 1 Kronieken 10:1, 1 Kronieken 10:12, 1 Samuël 28:42De Filistijnen zaten Saul en zijn zonen op de hielen. En toen zij Jonatan, Abinadab en Malkisjóea, de zonen van Saul, hadden gedood,stylus1 Kronieken 8:33, 1 Kronieken 8:33, 1 Samuël 14:49, 1 Samuël 14:49, 1 Kronieken 9:393richtte zich heel de strijd tegen Saul. Enige boogschutters kregen hem onder schot, en verwondden hem in het onderlijf.stylus2 Samuël 1:6, 2 Samuël 1:6, Amos 2:14, 1 Koningen 22:34, Genesis 49:234Nu sprak Saul tot zijn wapendrager: Trek uw zwaard en doorsteek me ermee; anders komen die onbesnedenen hun spel met me drijven. Maar zijn wapendrager wilde niet, omdat hij teveel ontzag voor hem had. Daarom nam Saul het zwaard, en stortte zich erin.stylus2 Samuël 1:9, 2 Samuël 1:10, Richteren 9:54, 2 Samuël 1:6, 2 Samuël 1:205Toen zijn wapendrager zag, dat Saul dood was, stortte ook hij zich in zijn zwaard, en stierf aan zijn zijde.stylus1 Kronieken 10:5, 1 Kronieken 10:56Zo stierf Saul met zijn drie zonen en zijn wapendrager op een en dezelfde dag.stylus1 Samuël 12:25, 1 Kronieken 10:6, 1 Samuël 12:17, 1 Samuël 28:19, 1 Samuël 11:157Toen de Israëlieten, die in de steden van het dal en van het Overjordaanse woonden, bemerkten, dat de Israëlieten waren gevlucht en Saul met zijn zonen gestorven, verlieten zij de steden en namen de vlucht; waarop de Filistijnen kwamen en ze bezetten.stylus1 Samuël 13:6, Leviticus 26:36, Leviticus 26:32, Richteren 6:2, Deuteronomium 28:338Toen de Filistijnen de volgende dag de gesneuvelden kwamen uitplunderen, vonden ze Saul met zijn drie zonen op het gebergte van Gilbóa liggen.stylus1 Kronieken 10:8, 2 Kronieken 20:25, 1 Kronieken 10:8, 2 Kronieken 20:259Ze sloegen hem het hoofd af, trokken hem zijn wapenrusting uit, en zonden boden rond in het Filistijnenland, om het blijde nieuws in hun afgodstempels en onder het volk te verspreiden.stylus2 Samuël 1:20, 2 Samuël 1:20, Richteren 16:23, Richteren 16:24, Richteren 16:2310Ze plaatsten zijn wapenrusting in de tempel van Asjtarte, en sloegen zijn lijk aan de muur van Bet-Sjean.stylusJozua 17:11, Richteren 2:13, Jozua 17:11, Richteren 2:13, 1 Samuël 21:911Toen de bewoners van Jabesj in Gilad hoorden, wat de Filistijnen met Saul gedaan hadden,stylus2 Samuël 2:4, 1 Samuël 11:1, 1 Samuël 11:11, 2 Samuël 2:4, 1 Samuël 11:112rukten alle weerbare mannen uit. Ze trokken de gehele nacht door, haalden Sauls lijk en dat van zijn drie zonen van de muur van Bet-Sjean, brachten ze naar Jabesj over en verbrandden ze daar.stylus2 Kronieken 16:14, 2 Kronieken 16:14, Jeremia 34:5, Jeremia 34:5, Amos 6:1013Ze verzamelden het gebeente, en begroeven het onder de terebint in Jabesj; daarna vastten ze zeven dagen.stylusGenesis 50:10, 2 Samuël 21:12, 2 Samuël 21:14, Genesis 50:10, 2 Samuël 21:12