1Jahweh sprak tot mij: Ga u een linnen gordel kopen, en doe die om uw midden; maar laat er geen water bij komen.stylusHosea 11:2, Hosea 11:2, 2 Koningen 17:16, 2 Koningen 17:18, 1 Koningen 18:182Ik kocht een gordel, zoals Jahweh gezegd had, en sloeg hem mij om.stylusJesaja 46:6, Jesaja 44:17, Jesaja 44:20, Hosea 2:8, 1 Koningen 19:183Toen werd het woord van Jahweh voor de tweede maal tot mij gericht:stylusHosea 6:4, Psalmen 1:4, Hosea 6:4, Psalmen 1:4, Psalmen 68:24Neem de gordel, die ge gekocht hebt, en die ge om uw midden draagt; trek op naar de Eufraat, en begraaf hem daar in een rotsspleet.stylusJesaja 45:21, Jesaja 45:22, Jesaja 45:21, Jesaja 45:22, Hosea 12:95Ik ging heen, en begroef hem bij de Eufraat, zoals Jahweh mij bevolen had.stylusDeuteronomium 32:10, Deuteronomium 8:15, Deuteronomium 2:7, Deuteronomium 32:10, Deuteronomium 8:156Geruime tijd later sprak Jahweh tot mij: Trek op naar de Eufraat, en haal er de gordel vandaan, die Ik u geboden heb, daar te begraven.stylusDeuteronomium 32:13, Deuteronomium 32:15, Deuteronomium 32:13, Deuteronomium 32:15, Psalmen 10:47Weer ging ik naar de Eufraat, en groef de gordel op van de plaats, waar ik hem had begraven. En zie, de gordel was verrot, en deugde nergens meer voor.stylusJeremia 5:6, Hosea 5:14, Jeremia 5:6, Hosea 5:14, Klaagliederen 3:108Nu werd het woord van Jahweh tot mij gericht:stylus2 Samuël 17:8, 2 Samuël 17:8, Spreuken 17:12, Psalmen 50:22, Jeremia 12:99Zo spreekt Jahweh! Zo zal Ik de geweldige trots van Juda en van Jerusalem laten rotten.stylusJeremia 2:17, Jeremia 2:17, Jeremia 2:19, Jeremia 2:19, Deuteronomium 33:2610Dat boze volk, dat weigert naar mijn woorden te luisteren, dat zijn afgestompt hart blijft volgen, en achter vreemde goden loopt, om ze te dienen en te aanbidden: het zal als deze gordel worden, die nergens voor deugt.stylusHosea 8:4, Hosea 8:4, 1 Samuël 8:5, 1 Samuël 8:6, 1 Samuël 8:511Want zoals de gordel aan iemands midden wordt gehecht, zo had Ik het hele huis van Israël en het hele huis van Juda aan Mij willen hechten, spreekt Jahweh: om mijn volk te zijn, mijn roem, mijn glorie en eer; maar ze luisterden niet.stylus1 Samuël 10:19, 1 Samuël 10:19, 1 Koningen 14:7, 1 Koningen 14:16, Hosea 10:312Ook het volgende moet ge hun zeggen: Zo spreekt Jahweh, Israëls God! Kruiken worden met wijn gevuld! En als ze u antwoorden: Dat weten we zelf wel, dat kruiken met wijn worden gevuld;stylusJob 14:17, Deuteronomium 32:34, Deuteronomium 32:35, Job 14:17, Deuteronomium 32:3413dan moet ge hun zeggen: Zo spreekt Jahweh! Zie, Ik ga alle bewoners van dit land, en de koningen, die op Davids troon zijn gezeten, en de priesters, profeten en alle bewoners van Jerusalem met een zwijmeldrank vullen;stylusJesaja 37:3, Jesaja 37:3, Jesaja 13:8, Jesaja 13:8, Micha 4:914en dan sla Ik ze tegen elkander te pletter, de vaders tegelijk met de zonen, spreekt Jahweh: vernielen zal Ik ze zonder genade, zonder ontferming, zonder erbarmen.stylusJesaja 25:8, Jesaja 25:8, Openbaring 21:4, Openbaring 21:4, Jakobus 1:1715Hoort en luistert, weest niet trots: Want het is Jahweh, die spreekt!stylusEzechiël 19:12, Ezechiël 19:12, Ezechiël 17:10, Ezechiël 17:10, Jeremia 4:1116Geeft eer aan Jahweh, uw God, Eer het avond gaat worden, Eer ge uw voeten zult stoten Aan sombere bergen; Eer Hij het licht, dat ge wacht, tot duisternis maakt, En in donker verandert.stylus2 Koningen 15:16, 2 Koningen 8:12, 2 Koningen 15:16, 2 Koningen 8:12, Jesaja 13:1617Maar zo ge niet luistert, Zal ik wenen in stilte om uw trots; Zal mijn oog bitter schreien en stromen van tranen, Omdat de kudde van Jahweh in ballingschap gaat.stylus18Zeg tot den koning en tot de gebiedster: Ge moet lager gaan zitten; Want van uw hoofd is Uw stralende kroon gevallen!stylus19De steden van de Négeb zijn ingesloten, En niemand, die ze ontzet; Heel Juda gaat de ballingschap in, Is geheel ontvolkt!stylus20Sla uw ogen op, en zie rond: Wie zijn er uit het noorden gekomen? Waar is de kudde, u toevertrouwd, Waar zijn uw prachtige schapen?stylus21Wat zegt ge ervan, dat ze als meesters over u heersen, Die ge hadt aangehaald als uw minnaars; Grijpen u de weeën niet aan Als een barende vrouw?stylus22Vraagt ge dan nog bij uzelf: Waarom overkomt mij dit alles? Om de grootheid van uw misdaad gaan uw slippen omhoog, Worden uw hielen ontbloot!stylus23Of kan een moor zijn huid nog veranderen, Een panter zijn vlekken: Kunt gij het goede nog doen, Die aan het kwaad zijt verslaafd?stylus24Neen, Ik zal u verstrooien als kaf, Dat wegstuift voor de wind van de steppe;stylus25Dit zal uw lot en uw deel zijn, Dat Ik u toemeet, spreekt Jahweh! Omdat ge Mij hebt vergeten, En op leugens hebt vertrouwd:stylus26Daarom licht Ik uw slippen op tot uw hoofd, Komt uw schaamte te kijk!stylus27Uw echtbreuk, uw hunkeren, uw schandelijke ontucht, Uw gruwelen op de heuvels der vlakte heb Ik gezien. Wee u, Jerusalem! Nooit wordt ge meer rein, Hoe lang het ook duurt!stylus