1Hoort het woord, dat Jahweh tot u spreekt, huis van Israël!stylusHosea 8:11, Hosea 8:11, Jesaja 5:1, Jesaja 5:7, Hosea 12:112Zo spreekt Jahweh: Leert de gebruiken der heidenen niet aan; Weest niet bevreesd voor hemeltekens, Omdat de heidenen er bang voor zijn.stylusMicha 5:13, 1 Koningen 18:21, Micha 5:13, 1 Koningen 18:21, Jakobus 4:43Wat de heidenen vrezen is louter waan, Een blok hout, in de bossen gekapt, Door den werkman met de bijl gehouwen,stylusHosea 10:15, Hosea 10:15, Hosea 13:11, Hosea 10:7, Hosea 13:114Met zilver en goud overtrokken. Met spijkers en hamers slaat men ze vast, Opdat ze niet waggelen.stylusAmos 5:7, Amos 6:12, Hosea 4:2, Amos 5:7, Amos 6:125Ze zijn als vogelverschrikkers op het veld, Die niet eens kunnen spreken; Altijd moet men ze dragen, Want ze kunnen niet gaan; Vreest ze niet: ze kunnen geen kwaad doen, Maar goed evenmin.stylusHosea 9:11, Hosea 9:11, Hosea 5:8, Hosea 5:8, 2 Koningen 23:56Jahweh! Aan U is niemand gelijk, Gij alleen zijt groot; Groot en machtig is uw Naam:stylusHosea 5:13, Hosea 5:13, Jesaja 30:3, Jesaja 30:3, Daniël 11:87Wie zou U niet vrezen, Koning der volken! Waarachtig, U alleen komt dit toe: Want onder alle wijzen der naties En in heel hun gebied Is niemand, die zich kan meten met U!stylusHosea 10:3, Hosea 10:3, Hosea 13:11, 2 Koningen 17:4, 2 Koningen 1:38Allemaal zijn ze dom en dwaas, Die zich laten leiden door een nietig stuk hout,stylusLucas 23:30, Lucas 23:30, Openbaring 6:16, Openbaring 6:16, Jesaja 2:199Door plaatzilver uit Tarsjisj, Door goud uit Ofir gehaald. Het is allemaal werk van den smid, En werk van den gieter, Bekleed met paars en purper, Allemaal kunstenaars-maaksel.stylusHosea 9:9, Hosea 9:9, Genesis 8:21, Genesis 6:5, Sefanja 3:610Maar Jahweh is de waarachtige God, De levende God, de eeuwige Koning; De aarde rilt van zijn toorn, De volken houden het voor zijn gramschap niet uit!stylusEzechiël 5:13, Ezechiël 5:13, Hosea 4:9, Jeremia 16:16, Hosea 4:911Dit moet ge hun zeggen: De goden, die hemel en aarde niet hebben gemaakt, Zullen van de aarde verdwijnen En van onder de hemel!stylusHosea 4:16, Hosea 4:16, Deuteronomium 25:4, Jeremia 50:11, Deuteronomium 25:412Maar Jahweh heeft de aarde gemaakt door zijn kracht, De wereld gegrond door zijn wijsheid, Door zijn verstand de hemel gespannen.stylusJeremia 4:3, Jeremia 4:4, Jeremia 4:3, Jeremia 4:4, Jakobus 3:1813Als Hij zijn donder laat rollen, En de wateren in de hemel doet bruisen, Als Hij de wolken omhoogtrekt van de grenzen der aarde, Zijn bliksems omsmeedt in regen, En de storm uit zijn schatkamers haalt:stylusJob 4:8, Job 4:8, Galaten 6:7, Galaten 6:8, Galaten 6:714Staan alle mensen verstomd en verbluft, Schaamt elke gieter zich over zijn beeld! Want zijn gietsel is leugen, Geen geest woont er in.stylusHosea 13:16, Hosea 13:16, 2 Koningen 18:9, 2 Koningen 18:10, 2 Koningen 18:915Ze zijn maar een waan, een belachelijk maaksel, Die te gronde gaan, als hun tijd is gekomen.stylusHosea 10:5, Hosea 10:5, Hosea 10:7, Hosea 10:7, Hosea 10:316Neen, aan hen is Jakobs Deel niet gelijk, Want Hij is de Schepper van alles, En Israël is zijn stam en zijn erfdeel, Jahweh der heirscharen is zijn Naam!stylus17Neem uw pak op van de grond, Benauwde veste; Want zo spreekt Jahweh:stylus18Zie, deze keer slinger Ik weg De bewoners van het land; Ik ga ze in benauwing brengen, Opdat ze het boeten, En Mij mogen vinden.stylus19Wee mij, om mijn slagen, Mijn schrijnende wonde! En ik had nog gedacht: Dit lijden kan ik wel dragen.stylus20Mijn tent ligt vernield, al mijn koorden zijn stuk, Mijn kinderen en kudden zijn heen; Niemand meer, om mijn tent te spannen, Mijn zeildoek te hijsen.stylus21Ja, de herders waren zo dwaas, Om Jahweh niet te zoeken; Daarom hadden ze geen geluk, Is heel hun kudde verstrooid.stylus22Hoor, daar komt een geraas, Een geweldig dreunen uit het land van het noorden, Om van Juda’s steden een steppe te maken, Een jakhalzen-hol!stylus23Jahweh, ik weet, dat de mens zijn eigen weg niet bepaalt, Geen wandelaar zijn eigen schreden kan richten.stylus24Tuchtig mij, Jahweh, maar niet ongenadig, Niet naar uw gramschap, om mij te vernielen.stylus25Neen, stort uw gramschap over de naties uit, die U niet kennen, Over de stammen, die uw Naam niet vereren: Want ze hebben Jakob verslonden en verteerd, Zijn dreven verwoest!stylus