1Mijn zoon, schenk uw aandacht aan mijn wijsheid, Neig uw oor tot mijn inzicht;stylus···2Dat overleg en ervaring u mogen behoeden, En u bewaren voor de lippen van een vreemde vrouw.stylus···3Want al druipen de lippen der vreemde van honing, En is haar gehemelte gladder dan olie,stylus···4Ten slotte is zij bitter als alsem, En scherp als een tweesnijdend zwaard.stylus···5Haar voeten dalen af naar de dood, Tot de onderwereld leiden haar schreden;stylus···6Ze bakent de weg des levens niet af, Maar haar paden kronkelen ongemerkt!stylus···7Welnu dan kinderen, luistert naar mij, Keert u niet af van mijn woorden.stylus···8Houd uw weg verre van haar, Nader niet tot de deur van haar huis:stylus···9Anders moet ge aan anderen uw frisheid afstaan, Uw jaren offeren aan een ongenadig mensstylus···10Verrijken zich vreemden met uw vermogen, En komt uw zuurverdiend loon in het huis van een ander.stylus···11Dan slaat ge ten slotte aan ‘t jammeren, En moet ge, als heel uw lichaam op is, bekennen:stylus···12Hoe heb ik toch de tucht kunnen haten, En de vermaning in de wind kunnen slaan?stylus···13Waarom heb ik niet geluisterd naar hen, die mij onderwezen, Geen aandacht geschonken aan hen, die mij leerden?stylus···14Nu hebben mij haast alle rampen getroffen Midden in de kring van mijn volk!stylus···15Drink water uit uw eigen bron, Een koele dronk uit uw eigen putstylus···16Zoudt ge úw wellen over de rand laten stromen, Uw watergolven over de straten?stylus···17Néén, u alleen behoren zij toe, Niet aan vreemden nevens u.stylus18Houd dus uw bron voor u zelf, En geniet van de vrouw uwer jeugd:stylus19Die aanminnige hinde, Die bevallige gems; Haar borsten mogen u ten allen tijde bevredigen. Aan haar liefde moogt ge u voortdurend bedwelmen.stylus20Waarom, mijn zoon, zoudt ge u aan een vreemde te buiten gaan, De boezem strelen van een onbekende?stylus21Voor de ogen van Jahweh liggen de wegen van iedereen open, Hij let op de paden van allen:stylus22De boze wordt in zijn eigen wandaden verstrikt, In de banden van zijn zonden gevangen;stylus23Zijn losbandigheid brengt hem om het leven, Door zijn vele dwaasheden komt hij om.stylus