1Daar Tobit meende, dat zijn gebed was verhoord en hij dus ging sterven, riep hij zijn zoon Tobias bij zich,stylusDaniël 9:3, Daniël 9:3, 2 Samuël 1:11, Job 42:6, 2 Samuël 13:192en sprak tot hem: Mijn zoon, luister naar de woorden van mijn mond, en leg ze als een fundament in uw hart.stylus3Wanneer God mijn ziel tot Zich neemt, begraaf dan mijn lichaam, en houd uw moeder in ere al de dagen van uw leven;stylusJesaja 22:12, Jesaja 22:12, Jesaja 22:4, Daniël 9:3, Jesaja 58:54want gij moet er aan blijven denken, welke vele gevaren zij voor u heeft doorstaan, toen zij u droeg.stylusPsalmen 77:2, Psalmen 77:2, Esther 1:12, Genesis 37:35, Jesaja 56:35En wanneer ook zij haar levensloop heeft voltooid, begraaf haar dan naast mij.stylusHebreeën 4:15, 1 Korintiërs 12:26, Hebreeën 4:15, 1 Korintiërs 12:26, Esther 1:126Houd verder iedere dag van uw leven God voor de geest, en wacht u er voor, ooit toe te stemmen in de zonde, en de geboden van den Heer, onzen God, te overtreden.stylusEsther 4:3, Esther 4:3, Esther 7:2, Esther 7:2, Esther 9:127Deel aalmoezen uit van hetgeen ge bezit, en wend u nooit van een arme af; want dan wendt ook de Heer zijn aangezicht niet af van u.stylusEsther 3:2, Esther 3:15, Esther 3:2, Esther 3:158Zoveel gij kunt, moet gij barmhartigheid betonen.stylusPrediker 10:4, Prediker 10:4, Job 9:15, Job 9:15, Esther 3:149Hebt gij veel, geef dan overvloedig; hebt gij maar weinig, zorg er dan voor, ook van dat weinige gaarne iets weg te schenken.stylus10Want daardoor legt gij een heerlijke schat voor u weg voor de dag van nood;stylus11want de aalmoes bevrijdt van alle zonden en van de dood, en duldt niet, dat iemand de duisternis ingaat.stylusEsther 8:4, Daniël 2:9, Esther 5:1, Esther 5:2, Esther 8:412Zo is de aalmoes voor ieder, die ze uitreikt, een waardevol onderpand bij den allerhoogsten God.stylus13Mijn zoon, wacht u voor alle ontucht, en zorg er voor, nooit een misstap te begaan met een andere vrouw.stylusSpreuken 24:10, Spreuken 24:12, Spreuken 24:10, Spreuken 24:12, Filippenzen 2:3014Laat nooit de hoogmoed heersen in uw hart of uw woord; want alle bederf vond daarin zijn oorsprong.stylusGenesis 45:4, Genesis 45:8, Genesis 45:4, Genesis 45:8, 1 Samuël 12:2215Als iemand voor u enig werk heeft verricht, geef hem dan onmiddellijk zijn loon, en houd het loon van uw dienstknecht geen ogenblik achter.stylus16Wat gij niet wilt, dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.stylusHandelingen 20:24, Handelingen 20:24, 2 Kronieken 20:3, 2 Kronieken 20:3, Lucas 9:2417Deel uw brood met hen, die hongerig en behoeftig zijn, en dek met uw kleding den naakte.stylus18Schenk uw brood en uw wijn voor de begrafenis van een rechtvaardige, maar eet of drink er niet van met zondaars.stylus19Win altijd de raad in van verstandige mensen.stylus20Zegen God ten allen tijde, en vraag Hem, dat Hij uw wegen mag leiden, en al uw plannen doet slagen.stylus21Mijn zoon, ik heb u ook dit nog mee te delen: toen gij nog een kind waart, heb ik tien talenten zilver in bewaring gegeven aan Gabaël, in Rages, de stad der Meden, en zijn ontvangbewijs heb ik hier.stylus22Denk er daarom eens over na, hoe gij hem kunt bereiken, om de genoemde som van hem in ontvangst te nemen en hem zijn bewijs terug te geven.stylus23Wees overigens niet bevreesd, mijn zoon; al zouden wij ook arm blijven, toch zullen we vele goederen bezitten, als wij God vrezen, iedere zonde vermijden, en het goede doen!stylus