1Halleluja! Looft Jahweh, want Hij is goed: Zijn genade duurt eeuwig!stylus2Looft den God der goden: Zijn genade duurt eeuwig!stylus3Looft den Heer der heren: Zijn genade duurt eeuwig!stylus4Die grote wonderen doet, Hij alleen: Zijn genade duurt eeuwig!stylus5Die met wijsheid de hemelen schiep: Zijn genade duurt eeuwig!stylus6De aarde op de wateren legde: Zijn genade duurt eeuwig!stylus7De grote lichten heeft gemaakt: Zijn genade duurt eeuwig!stylus8De zon, om over de dag te heersen: Zijn genade duurt eeuwig!stylus9Maan en sterren, om te heersen over de nacht: Zijn genade duurt eeuwig!stylus10Die Egypte in zijn eerstgeborenen sloeg: Zijn genade duurt eeuwig!stylus11En Israël uit zijn midden voerde: Zijn genade duurt eeuwig!stylus12Met sterke hand, en vaste arm: Zijn genade duurt eeuwig!stylus13Die de Rode Zee in tweeën kliefde: Zijn genade duurt eeuwig!stylus14Israël erdoor deed gaan: Zijn genade duurt eeuwig!stylus15Maar Farao in de Rode Zee heeft gestort met zijn heir: Zijn genade duurt eeuwig!stylus16Die zijn volk door de woestijn heeft geleid: Zijn genade duurt eeuwig!stylus17Machtige vorsten versloeg: Zijn genade duurt eeuwig!stylus18Beroemde koningen doodde: Zijn genade duurt eeuwig!stylus19Sichon, den vorst der Amorieten: Zijn genade duurt eeuwig!stylus20Og, den koning van Basjan: Zijn genade duurt eeuwig! En alle vorsten van Kanaän: Zijn genade duurt eeuwig!stylus21Die hun land ten erfdeel gaf: Zijn genade duurt eeuwig!stylus22Tot bezit aan Israël; zijn dienaar: Zijn genade duurt eeuwig!stylus23Die in onze vernedering ons gedacht: Zijn genade duurt eeuwig!stylus24En ons van onzen vijand verloste: Zijn genade duurt eeuwig!stylus25Die voedsel geeft aan al wat leeft: Zijn genade duurt eeuwig!stylus26Looft den God der hemelen: Zijn genade duurt eeuwig!stylus27stylus