1Halleluja! Looft Jahweh, want Hij is goed En zijn genade duurt eeuwig!stylus2Wie kan Jahweh’s machtige daden vermelden, En heel zijn glorie verkonden?stylus3Gelukkig hij, die de wet onderhoudt, En altijd het goede blijft doen!stylus4Wees ons indachtig, o Jahweh, Om uw liefde voor uw volk; Zoek ons op met uw heil,stylus5Opdat wij het geluk uwer vrienden aanschouwen, Met uw blijde volk ons verblijden, Met uw erfdeel mogen roemen!stylus6Ach, wij hebben gezondigd met onze vaderen, Wij hebben misdreven en kwaad gedaan!stylus7Onze vaderen in Egypte Hebben al niet op uw wonderen gelet; En zonder aan uw talrijke gunsten te denken, Zich bij de Rode Zee tegen den Allerhoogste verzet!stylus8Toch redde Hij hen om wille van zijn Naam, En om zijn almacht te tonen:stylus9Hij bedreigde de Rode Zee, ze liep droog, Hij leidde hen tussen de golven als door een uitgedroogd land.stylus10Hij redde hen uit de hand van hun haters, Verloste hen uit de macht van hun vijand;stylus11De wateren spoelden over hun vijanden heen, En geen bleef er over!stylus12Toen sloegen ze geloof aan zijn woorden, En zongen zijn lof.stylus13Maar spoedig waren ze weer zijn werken vergeten, En wachtten zijn raadsbesluiten niet af;stylus14Ze gaven zich in de woestijn aan hun gulzigheid over, En stelden God op de proef in de steppe.stylus15Hij schonk hun wat ze Hem vroegen, Maar Hij liet ze er spoedig van walgen.stylus16Daarna werden ze in hun kamp afgunstig op Moses, En op Aäron, aan Jahweh gewijd.stylus17Maar de aarde spleet open, zwolg Datan in, En bedolf de bent van Abiram;stylus18Vuur verbrandde hun aanhang, Vlammen verteerden de bozen!stylus19Dan maakten ze een kalf bij de Horeb, En wierpen zich voor een afgietsel neer;stylus20Ze verruilden hun Glorie Voor het beeld van een grasvretend rund.stylus21Ze vergaten God, hun Verlosser Die grote dingen in Egypte had gedaan,stylus22Wonderwerken in het land van Cham, Ontzaglijke daden bij de Rode Zee.stylus23En zeker had Hij hun verdelging beslist, Als Moses, zijn geliefde, er niet was geweest; Maar deze stelde zich tegen Hem in de bres, Om Hem te weerhouden, hen in zijn toorn te vernielen.stylus24Later versmaadden ze het heerlijke land, En sloegen geen geloof aan zijn woord;stylus25Ze begonnen in hun tenten te morren, En luisterden niet naar Jahweh’s stem.stylus26Toen stak Hij zijn hand tegen hen op: Hij zou ze neerslaan in de woestijn,stylus27Hun zaad verstrooien onder de volken, Ze over vreemde landen verspreiden!stylus28Dan weer koppelden ze zich aan Báal-Peor, En aten de offers van levenloze wezens;stylus29Ze tergden Hem door hun gedrag, Zodat er een slachting onder hen woedde.stylus30Toen trad Pinechas op, om de misdaad te wreken, En de slachting hield op;stylus31Het werd hem tot verdienste gerekend, Van geslacht tot geslacht voor altijd.stylus32Ook bij de wateren van Meriba hebben ze Hem getergd, En ging het Moses om hunnentwil slecht:stylus33Want ze hadden zijn stemming verbitterd, Zodat hem onbezonnen woorden ontsnapten.stylus34Ook verdelgden ze de volkeren niet, Zoals Jahweh het hun had bevolen;stylus35Maar ze vermengden zich met de heidenen, En leerden hun gewoonten aan:stylus36Ze vereerden hun beelden, en die werden hun strik;stylus37Ze brachten hun zonen en dochters aan de goden ten offer;stylus38Ze gingen onschuldig bloed vergieten, Het bloed van hun zonen en dochters; Ze offerden het aan de beelden van Kanaän, En het land werd door hun bloedschuld ontwijd.stylus39Zo bezoedelden ze zich door eigen maaksels, En dreven overspel met het werk hunner handen!stylus40Toen werd Jahweh vergramd op zijn volk, En zijn erfdeel begon Hem te walgen:stylus41Hij leverde ze aan de heidenen uit, En hun haters werden hun meesters;stylus42Ze werden verdrukt door hun vijand, Moesten bukken onder hun macht.stylus43En al bracht Hij hun telkens verlossing, Ze bleven in hun opstand volharden! Maar werden ze door hun misdaad vermorzeld,stylus44Dan zag Hij neer op hun nood, zodra Hij hun smeken vernam;stylus45Dan was Hij voor hen zijn verbond weer indachtig, Had deernis met hen naar zijn grote ontferming;stylus46Dan liet Hij hen genade vinden, Bij die hen hadden weggevoerd.stylus47Ach, red ons Jahweh, onze God, En breng ons uit het land der heidenen samen: Opdat wij uw heilige Naam mogen danken, En uw heerlijkheid prijzen!stylus48Gezegend zij Jahweh, Israëls God, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Laat heel het volk het herhalen: Amen! Halleluja!stylus