1Wenken voor Lemoeël, den koning van Massa, die zijn moeder hem gaf.stylus2Mijn zoon, wat zal ik u zeggen; Wat, kind van mijn schoot; Wat, kind van mijn geloften!stylus3Verkwist uw geld niet aan vrouwen, Schenk uw hart niet aan haar, die koningen verderven;stylus4Dat past geen koningen, Lemoeël! Het past geen koningen, wijn te drinken; Vorsten mogen niet verzot zijn op drank.stylus5Anders vergeten zij al drinkend de wet, En verdraaien het recht van alle verdrukten.stylus6Geef de drank maar aan hen, die ontredderd zijn, Schenk wijn aan bedroefden:stylus7Al drinkend vergeten ze hun armoe, En denken niet meer aan hun zorgen.stylus8Kom op voor hen, die niets weten te zeggen, Voor het recht van allen, die verkwijnen;stylus9Open uw mond, geef een billijk vonnis, Verschaf recht aan armen en tobbers.stylus10Een flinke vrouw! Men vindt haar niet licht; Haar waarde is hoger dan die van juwelen!stylus11Haar man kan vast op haar bouwen, Hem ontgaat geen winst.stylus12Ze brengt hem voordeel, zolang hij leeft, Nimmer zal ze hem schaden;stylus13Ze haalt wol en linnen in huis, En verwerkt die met willige handen.stylus14Als een handelsschip haalt ze van verre haar spijs,stylus15En als het nog nacht is, staat ze al op, Bereidt ze het eten voor haar gezin, En wijst haar dienstboden de dagtaak aan.stylus16Na rijp beraad koopt ze een akker, Van wat ze verdiende plant ze een wijngaard;stylus17Ze gordelt haar lenden met kracht, De handen steekt ze uit de mouwen.stylus18Ze onderzoekt, of haar huishouden loopt, Zelfs in de nacht gaat haar lamp niet uit;stylus19Ze slaat de hand aan het spinnewiel, Haar vingers grijpen de klos.stylus20Ze is vrijgevig voor den arme, Den behoeftige stopt ze iets toe;stylus21Voor haar gezin hoeft ze de kou niet te vrezen, Want heel haar gezin heeft een dubbel stel kleren.stylus22Zelf maakt ze haar mantels, Ze gaat in lijnwaad en purper gekleed;stylus23Ook haar man valt op in de poorten, Waar hij zetelt met de oudsten van het land.stylus24Ze verkoopt de eigengemaakte gewaden, En levert den handelaar gordels;stylus25Ze is met kracht en voornaamheid bekleed, En kent geen angst voor de komende dag.stylus26Haar mond is vol wijsheid, Een vriendelijke wenk ligt op haar tong:stylus27Zo gaat ze de gangen na van haar gezin, Niet in ledigheid eet ze haar brood!stylus28Haar zonen staan op, en prijzen haar gelukkig, Haar man ook geeft haar deze lof:stylus29"Menige vrouw weert zich dapper, Maar gij hebt ze allen overtroffen!"stylus30Bedriegelijk is de bevalligheid, en broos is de schoonheid; Maar een vrouw, die Jahweh vreest, blijft geëerd.stylus31Laat haar genieten van wat haar handen wrochtten, In de poorten zullen haar daden haar prijzen!stylus