1In die dagen trad Mattatias op, een zoon van Johannes en kleinzoon van Sjimon. Hij was priester uit het geslacht van Jojarib te Jerusalem, maar woonde in Modin.stylusLucas 6:37, Lucas 6:37, Romeinen 2:3, Romeinen 2:3, Johannes 8:72Hij had vijf zonen: Johannes met de bijnaam GaddistylusPsalmen 9:7, Psalmen 9:8, Psalmen 9:7, Psalmen 9:8, Sefanja 3:53Sjimon met de bijnaam TassistylusSpreuken 16:5, Spreuken 16:5, Romeinen 1:32, Romeinen 2:1, Romeinen 1:324Judas die Makkabeër genoemd werdstylus2 Petrus 3:9, 2 Petrus 3:9, Jesaja 30:18, Jesaja 30:18, Exodus 34:65Elazar met de bijnaam Hauran, en Jonatan, die ook Affoes heette.stylusPrediker 12:14, Prediker 12:14, Romeinen 1:18, Romeinen 1:18, Romeinen 2:26Toen hij nu de gruwelen in Juda en Jerusalem aanschouwdestylusPsalmen 62:12, Psalmen 62:12, Jeremia 32:19, Jeremia 32:19, Mattheüs 16:277sprak hij: Wee mij! Waartoe werd ik geboren, Nu ik de ondergang van mijn volk aanschouw, de ruïne der heilige stad; Nu ik machteloos zit, terwijl zij aan den vijand wordt overgeleverd En het heiligdom in de handen van vreemden valt.stylus2 Timotheüs 4:7, 2 Timotheüs 4:8, 2 Timotheüs 4:7, 2 Timotheüs 4:8, Lucas 8:158Haar tempel werd als een onteerde man, Nu haar heerlijke vaten als buit zijn geroofd.stylus1 Timotheüs 6:3, 1 Timotheüs 6:4, 1 Timotheüs 6:3, 1 Timotheüs 6:4, 2 Tessalonicenzen 2:109Haar kinderen werden in haar straten vermoord, Haar jongemannen door het vijandig zwaard.stylus1 Petrus 4:17, 1 Petrus 4:17, Ezechiël 18:4, Romeinen 1:16, Ezechiël 18:410Is er nog een volk, dat niet over haar heerste, En dat geen beslag heeft gelegd op een deel van de buit?stylusJesaja 32:17, Jesaja 32:17, Jesaja 26:12, Numeri 6:26, Jesaja 26:1211Al haar sieraden zijn haar ontnomen; Die vroeger vrij was, werd een slavin.stylusHandelingen 10:34, Handelingen 10:34, Deuteronomium 10:17, Deuteronomium 10:17, Galaten 2:612Ziet eens, hoe ons heiligdom, ons juweel, Hoe onze trots is verwoest, En hoe de heidenen het hebben onteerd!stylus1 Korintiërs 9:21, 1 Korintiërs 9:21, Romeinen 2:14, Romeinen 2:16, Galaten 3:1013Waartoe leven wij nog?stylusJakobus 1:22, Jakobus 1:25, Jakobus 1:22, Jakobus 1:25, 1 Johannes 3:714Mattatias en zijn zonen scheurden hun klederen, hulden zich in boetezakken en waren diep bedroefd.stylusRomeinen 2:12, Romeinen 1:19, Romeinen 1:20, Romeinen 2:12, Romeinen 1:1915Op zekere dag verschenen er ook koninklijke beambten in Modin, om de stad tot afval en tot offeren te dwingen.stylus2 Korintiërs 5:11, 2 Korintiërs 5:11, Romeinen 1:18, Romeinen 1:19, 2 Korintiërs 1:1216Vele Israëlieten liepen naar hen over, maar Mattatias en zijn zonen bleven standvastig.stylusPrediker 12:14, Prediker 12:14, 1 Korintiërs 4:5, 1 Korintiërs 4:5, Handelingen 17:3117Daarom spraken de koninklijke beambten Mattatias hierover aan, en zeiden tot hem: In deze stad zijt gij een der leiders; ge staat hoog in aanzien en hebt grote invloed; bovendien staan uw zonen en uw familie achter u.stylusRomeinen 2:23, Romeinen 2:23, Micha 3:11, Micha 3:11, Jesaja 48:118Treed gij dus het eerst naar voren, en doe wat de koning beveelt; alle volken hebben het reeds gedaan, en de mannen uit Juda met die in Jerusalem zijn achtergebleven, eveneens. Dan zult gij en uw zonen tot de vrienden van den koning worden gerekend, en goud, zilver en veel andere eregeschenken ontvangen.stylus1 Tessalonicenzen 5:21, 1 Tessalonicenzen 5:21, Jakobus 4:17, Filippenzen 1:10, Deuteronomium 4:819Maar Mattatias antwoordde met luider stem: Al gehoorzamen hem alle volken in het rijksgebied van den koning, al valt iedereen van de godsdienst zijner vaderen af en voegt zich naar het bevel van den koningstylusOpenbaring 3:17, Openbaring 3:18, Openbaring 3:17, Openbaring 3:18, Jesaja 49:620ik, mijn zonen en mijn familie blijven trouw aan het verbond onzer vaderen!stylus2 Timotheüs 3:5, 2 Timotheüs 3:5, Titus 1:16, Titus 1:16, 2 Timotheüs 1:1321Wij denken er niet aan, de wet te verzaken en haar geboden.stylus1 Korintiërs 9:27, 1 Korintiërs 9:27, Mattheüs 23:3, Mattheüs 23:28, Mattheüs 23:322Nooit gehoorzamen wij aan het bevel van den koning; van onze godsdienst wijken we niet af, niet rechts en niet links!stylusMaleachi 3:8, Maleachi 3:8, Mattheüs 12:39, Mattheüs 12:39, Jeremia 7:923Maar nauwelijks had hij uitgesproken, of er trad een jood voor aller ogen naar voren, om volgens het bevel van den koning een offer te brengen op het altaar van Modin.stylusRomeinen 2:17, Romeinen 2:17, Romeinen 9:4, Jakobus 4:16, Jakobus 4:1724Toen Mattatias dit zag, ontstak hij in heilige woede, en heel zijn wezen kwam in opstand. Hij gaf de vrije loop aan zijn rechtmatige toorn, sprong vooruit, en sloeg hem neer bij het altaar.stylusEzechiël 36:20, Ezechiël 36:23, Ezechiël 36:20, Ezechiël 36:23, Jesaja 52:525Tegelijkertijd doodde hij den koninklijken beambte, die het offer had doorgedreven, en vernielde het altaar.stylusGalaten 5:3, Galaten 5:6, Jeremia 4:4, Galaten 5:3, Galaten 5:626Zo kwam hij op voor de wet, evenals Pinechas tegen Zimri, den zoon van Sjalloem.stylusKolossenzen 2:11, Kolossenzen 2:11, 1 Korintiërs 7:18, 1 Korintiërs 7:19, 1 Korintiërs 7:1827Nu liet Mattatias met luider stem in de stad afkondigen: Iedereen die het opneemt voor de wet en trouw blijft aan het verbond, volge mij!stylusMattheüs 12:41, Mattheüs 12:42, Mattheüs 12:41, Mattheüs 12:42, Romeinen 8:428Daarop vluchtte hij met zijn zonen naar het gebergte, en ze lieten have en goed in de stad.stylusGalaten 6:15, Galaten 6:15, Mattheüs 3:9, Mattheüs 3:9, Romeinen 9:629Toen trokken er velen, die naar recht en gerechtigheid snakten, naar de woestijn, en bleven daar wonenstylusDeuteronomium 30:6, Deuteronomium 30:6, Filippenzen 3:3, Filippenzen 3:3, Deuteronomium 10:1630met vrouwen, kinderen en vee, omdat de nood te hoog was geklommen.stylus31Maar zodra de koninklijke beambte en de bezetting, die zich te Jerusalem in de Davidstad ophield, te weten waren gekomen, dat velen van hen, die het koninklijk bevel in de wind hadden geslagen, naar de holen in de woestijn waren gevluchtstylus32trokken ze hen met een groot leger achterna, haalden hen in en omsingelden hen. Doch eerst op de sabbat gingen ze tot de aanval overstylus33en riepen hun toe: Nu is het genoeg; komt er uit! Als gij u onderwerpt aan het bevel van den koning, blijft gij in leven!stylus34Men riep hun terug: Wij komen er niet uit; wij onderwerpen ons niet aan het bevel van den koning, en willen nog minder de sabbat schenden.stylus35Nu vielen ze hen onmiddellijk aan.stylus36Maar de anderen verweerden zich niet; ze wierpen geen enkele steen naar hen, en sloten zelfs de holen niet af.stylus37Ze riepen: We willen allen sterven met een rein geweten! Hemel en aarde zijn onze getuigen, dat gij ons wederrechtelijk vermoordt.stylus38Zij vielen hen dus op sabbat aan, en ongeveer duizend mannen, vrouwen en kinderen vonden de dood met het vee.stylus39Toen Mattatias en zijn vrienden dit vernamen, betreurden ze hen diep.stylus40Maar ze zeiden ook tegen elkander: Wanneer wij allen doen als onze broeders, en ons leven en onze wet niet tegen de heidenen verdedigen dan zullen ze ons al heel gauw van de aarde verdelgen.stylus41Nog diezelfde dag maakten ze dan ook het besluit: We grijpen iedereen aan, die ons aanvalt op sabbat, en laten ons niet tot den laatsten man uitmoorden, zoals onze broeders, die in de holen gedood zijn.stylus42Nu sloot zich ook een groep chasidéen bij hen aan; het waren dappere Israëlieten, die allen met hart en ziel voor de wet opkwamen.stylus43Ook allen, die voor de nood moesten vluchten, sloten zich bij hen aan, en versterkten hun macht.stylus44Zo vormden zij een legerschare, en In hun verbittering sloegen zij de goddelozen neer, En de afvalligen in hun woede! De rest wist zich te redden, door naar de heidenen te vluchten.stylus45Nu trokken Mattatias en zijn vrienden overal rond, en vernielden de altaren.stylus46En wanneer ze ergens binnen het gebied van Israël een onbesneden kind ontdekten, lieten zij het desnoods met geweld besnijden;stylus47die zich hooghartig verzetten, joegen ze er uit. Hun werk werd met goede uitslag bekroond:stylus48ze beschermden de wet tegen heidenen en koningen, en gaven de goddelozen geen kans.stylus49Toen de tijd aanbrak, dat Mattatias zou sterven, sprak hij tot zijn zonen: Nu hebben trots en geweld de overhand, Het is een tijd van verwoesting en grimmige woede.stylus50Strijdt dus, mijn kinderen, voor de wet, En geeft uw leven voor het verbond onzer vaderen.stylus51Denkt aan het werk van uw vaderen, Dat zij bij hun leven hebben verricht: Dan valt u grote eer ten deel, En eeuwige roem!stylus52Toonde Abraham zich niet trouw in de beproeving, En werd hem dit niet tot gerechtigheid gerekend?stylus53In zijn nood hield Josef vast aan de wet, En hij werd heer van Egypte.stylus54Pinechas, onze vader, was een voorbeeld van ijver; Daarom werd hem een priesterschap voor eeuwig beloofd.stylus55Omdat Josuël zijn plicht vervulde, Werd hij rechter in Israël.stylus56Omdat Kaleb voor het volk heeft getuigd, Kreeg hij een erfdeel in bezit.stylus57David ontving voor zijn vroomheid De koningstroon voor altijd.stylus58Omdat Elias voor de wet had geijverd, Werd hij in de hemel opgenomen.stylus59Ananja, Azarja en Misjaël werden door hun geloof Voor de vuurdood behoed.stylus60De onschuld van Daniël Redde hem uit de muil van de leeuwen.stylus61Zo kunt gij nagaan van geslacht tot geslacht, Dat niemand, die op God vertrouwt, het onderspit delft.stylus62Weest dus niet bang voor het dreigen van den goddeloze; Want zijn pracht vervuilt en valt de wormen ten prooi.stylus63Vandaag nog is hij hoog verheven, Morgen niet eens meer te vinden; Tot zijn stof keert hij terug, En met zijn plannen is het gedaan.stylus64Dus kinderen, weest moedig, en staat pal voor de wet, Want daarin alleen ligt uw roem!stylus65En omdat ik weet, dat uw broer Sjimon een man is met doorzicht, moet gij altijd naar hem luisteren; hij zal uw vader zijn.stylus66Maar Judas de Makkabeër moet uw legeraanvoerder zijn, omdat hij van jongsaf een dapper held is geweest; hij moet de leiding nemen in de oorlog tegen de heidenen.stylus67Verzamelt dan allen, die de wet onderhouden, om u heen, en neemt wraak voor uw volk.stylus68Vergeldt de heidenen wat ze ons deden, en houdt vast aan de wet en haar geboden.stylus69Daarna zegende hij hen, en ging tot zijn vaderen.stylus70Hij stierf in het jaar 146, en werd in het familiegraf te Modin begraven. Heel Israël hield over hem een plechtige rouwklacht.stylus