2
Jammer, cypres, want de ceder is gevallen, De machtigen liggen geveld; Huilt, gij eiken van Basjan, Want het ondoordringbare woud ligt tegen de grond!
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Zij doorreisde een onbewoonde woestijn, en in onbegaanbare plaatsen sloegen zij tenten op.