NlCanisius1939
41

Wanneer Ik mijn bliksemend zwaard heb gewet, En mijn hand naar het strafgericht grijpt, Zal Ik mij wreken op mijn vijand, En die Mij haten, doen boeten.

compare_arrows

Vergelijk Vertalingen

Wanneer Ik mijn bliksemend zwaard heb gewet, En mijn hand naar het strafgericht grijpt, Zal Ik mij wreken op mijn vijand, En die Mij haten, doen boeten.

Advertentie
Deuteronomium 32:41 - Canisius 1939 | Sacrilo