1Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. [061:2] O God! hoor mijn geschrei, merk op mijn gebed.stylus···2[061:3] Van het einde des lands roep ik tot U als mijn hart overstelpt is; leid mij op een rotssteen, die mij te hoog zou zijn.stylus···3[061:4] Want Gij zijt mij een Toevlucht geweest, een sterke Toren voor den vijand.stylus···4[061:5] Ik zal in Uw hut verkeren in eeuwigheden; ik zal mijn toevlucht nemen in het verborgene Uwer vleugelen. Sela.stylus···5[061:6] Want Gij, o God! hebt gehoord naar mijn geloften; Gij hebt mij gegeven de erfenis dergenen, die Uw Naam vrezen.stylus···6[061:7] Gij zult dagen tot des konings dagen toedoen; zijn jaren zullen zijn als van geslacht tot geslacht;stylus···7[061:8] Hij zal eeuwiglijk voor Gods aangezicht zitten; bereid goedertierenheid en waarheid, dat zij hem behoeden.stylus···8[061:9] Zo zal ik Uw Naam psalmzingen in eeuwigheid; opdat ik mijn geloften betale, dag bij dag.stylus···