8
Wat zal ik vloeken, dien God niet vloekt; en wat zal ik schelden, waar de Heere niet scheldt?
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Wat zal ik vloeken, dien God niet vloekt; en wat zal ik schelden, waar de Heere niet scheldt?
Wat zal ik vloeken, dien God niet vloekt; en wat zal ik schelden, waar de Heere niet scheldt?