31
Toen ontdekte de Heere de ogen van Bileam, zodat hij den Engel des Heeren zag, staande in den weg, en Zijn uitgetrokken zwaard in Zijn hand; daarom neigde hij het hoofd en boog zich op zijn aangezicht.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Toen ontdekte de Heere de ogen van Bileam, zodat hij den Engel des Heeren zag, staande in den weg, en Zijn uitgetrokken zwaard in Zijn hand; daarom neigde hij het hoofd en boog zich op zijn aangezicht.