30
Maar de ziel, die iets gedaan zal hebben met opgeheven hand, hetzij van inboorlingen of van vreemdelingen, die smaadt den Heere; en diezelve ziel zal uitgeroeid worden uit het midden van haar volk;
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Maar de ziel, die iets gedaan zal hebben met opgeheven hand, hetzij van inboorlingen of van vreemdelingen, die smaadt den Heere; en diezelve ziel zal uitgeroeid worden uit het midden van haar volk;