11
Toen vatte David zijn klederen en scheurde ze; desgelijks ook al de mannen, die met hem waren.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Toen vatte David zijn klederen en scheurde ze; desgelijks ook al de mannen, die met hem waren.
Toen vatte David zijn klederen en scheurde ze; desgelijks ook al de mannen, die met hem waren.