6
De Heere doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
De Heere doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen.
De Heere doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen.