15
Zó moet ge spreken, vermanen en straffen met volle gezag; niemand mag minachtend op u neerzien.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Zó moet ge spreken, vermanen en straffen met volle gezag; niemand mag minachtend op u neerzien.
Zó moet ge spreken, vermanen en straffen met volle gezag; niemand mag minachtend op u neerzien.