menu_book
Sac
rilo
search
person
Sign In
menu
arrow_back
Obadja 28
Verse 2
NlCanisius1939
2
Mensenkind, ge moet tot den vorst van Tyrus zeggen: Zo spreekt Jahweh, de Heer! Uw hart was hoogmoedig; Ge hebt gemeend: Ik ben een god! Een godenwoning bezit ik Midden in zee! En hoewel ge maar een mens zijt, geen god, Verbeeldt ge u, god te zijn:
Advertentie
arrow_back
Vorige Vers
Volgende Vers
arrow_forward
Obadja 28:2 - Canisius 1939 | Sacrilo