31
Ze verzochten Hem dringend, hun niet te gelasten, naar de afgrond te gaan.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Voorts aangaande het kwaad, hetwelk de koning Demetrius tegen hen doet, hebben wij aan hem geschreven, zeggende: Waarom hebt gij uw juk verzwaard op onze vrienden en bondgenoten de Joden?