3
Hij sprak tot hen: Neemt niets mee op weg; geen stok, geen reiszak, geen brood en geen geld; zelfs geen tweede onderkleed moogt gij hebben.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Hij sprak tot hen: Neemt niets mee op weg; geen stok, geen reiszak, geen brood en geen geld; zelfs geen tweede onderkleed moogt gij hebben.