27
Toen zei de koning: Geeft haar het levende kind, en doodt het niet; zij is de moeder.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Toen zei de koning: Geeft haar het levende kind, en doodt het niet; zij is de moeder.
Toen zei de koning: Geeft haar het levende kind, en doodt het niet; zij is de moeder.