18
Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot.
Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot.