22
En het land voor het aangezicht des Heeren ten ondergebracht zij; zo zult gij daarna wederkeren, en onschuldig zijn voor den Heere en voor Israël, en dit land zal u ter bezitting zijn voor het aangezicht des Heeren.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
En het land voor het aangezicht des Heeren ten ondergebracht zij; zo zult gij daarna wederkeren, en onschuldig zijn voor den Heere en voor Israël, en dit land zal u ter bezitting zijn voor het aangezicht des Heeren.