DutSVVA
6

[7:7] En Raguël sprong op en kuste hem, en weende, en zegende hem, en zeide tot hem: Gij zijt eens eerlijken en goeden mans zoon. En als hij hoorde, dat Tobias zijn ogen had verloren, werd hij bedroefd en weende.

Advertentie
Mattheüs 7:6 - Statenvertaling (Apocriefe) | Sacrilo