13
[1:14] En de Allerhoogste gaf mij genade, en aangenaamheid voor Enemessar, en ik werd zijn inkoper.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
[1:14] En de Allerhoogste gaf mij genade, en aangenaamheid voor Enemessar, en ik werd zijn inkoper.
[1:14] En de Allerhoogste gaf mij genade, en aangenaamheid voor Enemessar, en ik werd zijn inkoper.