DutSVVA
26

Daartoe gebood de koning aan Jerahmeel, den zoon van Hammelech, en Zeraja, den zoon van Azriël, en Selemja, den zoon van Abdeël, om den schrijver Baruch en den profeet Jeremia te vangen. Maar de Heere had hen verborgen.

Advertentie
Jeremia 36:26 - Statenvertaling (Apocriefe) | Sacrilo