menu_book
Sac
rilo
search
person
Sign In
menu
arrow_back
Filemon 8
Verse 26
DutSVVA
26
En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen? Toen stond Hij op, en bestrafte de winden en de zee; en er werd grote stilte.
Advertentie
arrow_back
Vorige Vers
Volgende Vers
arrow_forward
Filemon 8:26 - Statenvertaling (Apocriefe) | Sacrilo