14
Gij zult uws naasten landpale, die de voorvaderen gepaald hebben, niet verrukken in uw erfdeel, dat gij erven zult, in het land, hetwelk u de Heere, uw God, geeft, om dat erfelijk te bezitten.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Gij zult uws naasten landpale, die de voorvaderen gepaald hebben, niet verrukken in uw erfdeel, dat gij erven zult, in het land, hetwelk u de Heere, uw God, geeft, om dat erfelijk te bezitten.