1
Wanneer de Heere, uw God, de volken zal hebben uitgeroeid, welker land de Heere, uw God, u geven zal, en gij die erfelijk zult bezitten, en in hun steden en in hun huizen wonen;
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Wanneer de Heere, uw God, de volken zal hebben uitgeroeid, welker land de Heere, uw God, u geven zal, en gij die erfelijk zult bezitten, en in hun steden en in hun huizen wonen;