11
Welke de koning David ook den Heere heiligde, met het zilver en het goud, dat hij geheiligd had van alle heidenen, die hij zich onderworpen had;
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Welke de koning David ook den Heere heiligde, met het zilver en het goud, dat hij geheiligd had van alle heidenen, die hij zich onderworpen had;