41
En Gij gaaft mij den nek mijner vijanden, mijner haters, en ik vernielde hen.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
En Gij gaaft mij den nek mijner vijanden, mijner haters, en ik vernielde hen.
En Gij gaaft mij den nek mijner vijanden, mijner haters, en ik vernielde hen.