11
En hij deed dat kwaad was in de ogen des Heeren; hij week niet af van al de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israël zondigen deed, maar hij wandelde daarin.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
En hij deed dat kwaad was in de ogen des Heeren; hij week niet af van al de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israël zondigen deed, maar hij wandelde daarin.