14
Toen nu de koning dit gezegd had, prezen allen die daar tegenwoordig waren hem tegelijk, gaarne en met blijdschap, en keerden eenieder weder naar zijn eigen huis; en zij gebruikten de tijd van die nacht niet zozeer om te slapen, als wel om allerlei bespottingen tegen deze, zo men meende, ellendige te bedenken.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Toen nu de koning dit gezegd had, prezen allen die daar tegenwoordig waren hem tegelijk, gaarne en met blijdschap, en keerden eenieder weder naar zijn eigen huis; en zij gebruikten de tijd van die nacht niet zozeer om te slapen, als wel om allerlei bespottingen tegen deze, zo men meende, ellendige te bedenken.