8

Gij, Here, die een God zijt der rechtvaardigen, hebt de boetvaardigheid niet opgelegd aan de rechtvaardige Abraham, Izaäk en Jakob, welke tegen u niet hebben gezondigd; maar gij hebt mij boetvaardigheid opgelegd, die een zondaar ben.

compare_arrows

Vergelijk Vertalingen

Gij, Here, die een God zijt der rechtvaardigen, hebt de boetvaardigheid niet opgelegd aan de rechtvaardige Abraham, Izaäk en Jakob, welke tegen u niet hebben gezondigd; maar gij hebt mij boetvaardigheid opgelegd, die een zondaar ben.

Advertentie
1 Tessalonicenzen 1:8 - Statenvertaling (Apocriefe) | Sacrilo