14
Zo gij den Heere zult vrezen, en Hem dienen, en naar Zijn stem horen, en den mond des Heeren niet wederspannig zijt, zo zult gijlieden, zowel gij als de koning, die over u regeren zal, achter den Heere, uw God, zijn.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Zo gij den Heere zult vrezen, en Hem dienen, en naar Zijn stem horen, en den mond des Heeren niet wederspannig zijt, zo zult gijlieden, zowel gij als de koning, die over u regeren zal, achter den Heere, uw God, zijn.