DutSVVA
21

Een vrouw, wanneer zij baart, heeft droefheid, dewijl haar ure gekomen is; maar wanneer zij het kindeken gebaard heeft, zo gedenkt zij de benauwdheid niet meer, om de blijdschap, dat een mens ter wereld geboren is.

Advertentie
1 Petrus 16:21 - Statenvertaling (Apocriefe) | Sacrilo