26
Nu dan, Heere, Gij zijt die God; en Gij hebt dit goede over Uw knecht gesproken.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
Nu dan, Heere, Gij zijt die God; en Gij hebt dit goede over Uw knecht gesproken.
Nu dan, Heere, Gij zijt die God; en Gij hebt dit goede over Uw knecht gesproken.