12
En hij zeide tot hen: Gijlieden zijt hoofden der vaderen onder de Levieten; heiligt u, gij en uw broeders, dat gij de ark des Heeren, des Gods van Israël, opbrengt, ter plaatse, die ik voor haar bereid heb.
compare_arrows
Vergelijk Vertalingen
En hij zeide tot hen: Gijlieden zijt hoofden der vaderen onder de Levieten; heiligt u, gij en uw broeders, dat gij de ark des Heeren, des Gods van Israël, opbrengt, ter plaatse, die ik voor haar bereid heb.